top of page

Wat is een gedragsprobleem?

We kennen allemaal de fratsen en kleine kantjes van onze katten.

Maar wanneer is iets nu een gedragsprobleem?

Sommige gedragingen worden voor de ene katteneigenaar als normaal ervaren, terwijl het voor anderen erg storend kan zijn. Het opzoeken van professioneel advies is vaak daarvan afhankelijk.

Enkele voorbeelden daarvan zijn zetelkrabben, spelagressie, buitensporige vraag naar aandacht of overmatig miauwen.

Maar gedragingen die een uiting zijn van stress tasten het welzijn van je kat aan, kunnen zelfs medische gevolgen hebben en dienen altijd te worden aangepakt.

De meest voorkomende stress gerelateerde gedragsproblemen zijn onzindelijkheid, sproeien, (angst-)agressie gericht op katten of mensen, passieve agressie, angst en dwangmatig gedrag (zelfverminking, staartjagen,...).

 

Waarom gedragsprobleem en niet gedragsstoornis?

Wanneer afwijkend gedrag gestuurd wordt vanuit de aanleg (erfelijkheid of aangeboren afwijking), spreekt men van gedragsstoornis. Het is een psychiatrisch ziektebeeld. Wanneer men de oorzaak echter situeert in de omgeving, spreekt men van een gedragsprobleem.

 

Alhoewel dat er vaak een dunne lijn is tussen een gedragsstoornis en –probleem, spreken we bij katten toch bijna uitsluitend van gedragsproblemen, vermits het ongewenste gedrag bijna altijd een reactie is op hun omgeving. Op andere katten, op onvoldoende of ongepaste voorzieningen of bezigheden, op mensen. Daar waar men aangeeft dat het ‘van nature bange katjes’ zijn, vindt het meestal zijn oorsprong bij het ontbreken of slechte socialisatie als kitten. Dus ook dan gaat het niet om een aangeboren afwijking. Toch kan erfelijkheid hier wel een rol in spelen, in die zin dat de aanleg tot stressgevoeligheid of angst wel doorgegeven kan zijn.

bottom of page